top of page

“Oudjes kun je niets leren”

Jarenlang ging men ervan uit dat de hersenen vanaf je 25ste stoppen met de aanmaak van nieuwe cellen. Niets is minder waar. Gezonde ouderen produceren net zoveel nieuwe hersencellen als jongeren. Zolang die hersenen maar gestimuleerd worden. Het is aan werkgevers om vooroordelen weg te nemen en alle leeftijden te blijven stimuleren met nieuwe trucjes.

Binnen veel organisaties zijn het nog steeds vaak de jongere generaties die profiteren van leermogelijkheden. Oudere werknemers worden minder opgeleid. Dit heeft deels te maken met de gangbare gedachte in psychologische kringen van begin vorige eeuw, dat het vermogen om te leren na je 25ste afneemt. Voor het andere deel is de werkgever verantwoordelijk. Organisaties in de 21ste eeuw zouden moeten weten dat deze aannames over mentale vermogens al lang niet meer worden gedragen.

De huidige wetenschap laat zien dat onze hersenen juist het verbazingwekkende vermogen hebben om zich aan te passen gedurende het leven. En het meest recente onderzoek toont dus aan dat een gezonde oudere even veel hersencellen aanmaakt als een jongvolwassene. Dat hersenen krimpen blijkt eerder een gevolg van waterverlies en het afstoten van overbodige cellen. Want dát is de kracht van het oudere brein: je gaat naarmate je ouder wordt je geheugen anders gebruiken. Als je jong bent heb je weinig kennis. Je slaat alles op. Ben je ouder, dan word je kieskeuriger. Je onhoudt vooral de informatie die je doelen dient. Vijftigplussers kunnen nieuwe informatie bijvoorbeeld ook beter in een context plaatsen. Ze hebben meer kennis in hun semantisch geheugen, het geheugen voor feitenkennis. Ook zijn ouderen meer in staat om de keuze van een bepaalde strategie beter af te stemmen op het specifieke probleem. Het zijn daardoor effectievere probleemoplossers. (Neuropsychologe Margriet Sitskoorn in haar boek ‘Het 50+ brein’).

Deze voordelige werking van het oudere brein hangt samen met twee factoren. Ervaring is de ene. Elke levensfase vereist bepaalde vaardigheden, die de hersenen vervolgens ontwikkelen. Hersencentra die je meer gebruikt worden sterker. Cellen en verbindingen die je weinig gebruikt worden ‘gesnoeid’. Hoe meer onze hersenen worden gebruikt gedurende ons leven, hoe kernachtiger en compacter ze worden. Ze worden efficiënter. Het ‘middelbare leeftijd’ brein zorgt er ook voor dat ouderen emotioneel beter in balans zijn en beter kunnen reflecteren. Ook kunnen ze, beter dan jongeren, voor een taak aanvullende of compenserende hersengebieden inzetten. Allemaal door die extra jaren op de teller.

De andere factor is uitdaging. “Het brein is het meest gebaat bij nieuwheid en uitdaging”, aldus hoogleraar Klinische Neuropsychologie Erik Scherder. Een stimulerende omgeving die een dosis onzekerheid biedt, maakt het spannend. Hiermee wordt een beroep gedaan op iemands cognitieve flexibiliteit. En dat hangt samen met ‘neuroplasticiteit’. Het brein is beïnvloedbaar. Onderzoek laat zien dat er functionele en structurele veranderingen optreden in de hersenen in samenhang met leerprocessen en nieuwe ervaringen. Een continue leeromgeving is dan ook essentieel voor het optimaal benutten van mentaal kapitaal.

Stel je het aantal actieve hersencellen eens voor als IEDERE werknemer, jong en oud(er), dagelijks wordt gestimuleerd met nieuwe manieren om zich verder te ontwikkelen. Daar kan een werkgever nog wat van leren.

Met David helpt jaarlijks ongeveer 1000 medewerkers hun drijfveren, talenten en competenties ontwikkelen. Door objectief te kijken naar kwaliteiten, aandachtspunten, communicatiegedrag en leer- en ontwikkelstijlen helpen wij je je eigen ontwikkeling samen te stellen. Kijk voor meer informatie op onze website, of neem contact met ons op via info@metdavid.nl / 040 280 21 20 voor een vrijblijvend gesprek.


111 weergaven
bottom of page